Le Grand-Hornu groeide tussen 1810 en 1830 uit tot een symbool van de steenkoolindustrie in heel Henegouwen en was ook een verbazingwekkend technologisch laboratorium. Om zijn kolenmijn uit te bouwen, zette Henri De Gorge in op de spoorontwikkeling en in 1830 huldigde hij een van de eerste paardenspoorwegen van Europa in. Die was bijna twee kilometer lang en verbond de steenkoolmijnen met de oevers van het kanaal Bergen-Condé. De nakomelingen van De Gorge ontwierpen stoomlocomotieven in de machinebouwplaats en bedachten in het begin van de 20ste eeuw een bovengronds sleepsysteem om de steenkoolproductie te verhogen.

De trein, die gewoonlijk met reizen en poëzie wordt geassocieerd, had in dit industriële universum een innovatief en revolutionair karakter. De voormalige mijnsite staat sinds 2012 op de werelderfgoedlijst van UNESCO en is vandaag een plek waar een synthese plaatsvindt tussen verleden en toekomst, herinnering en eigentijdse aanpak. Er zijn twee instellingen ondergebracht: het CID — Centrum voor Innovatie en Design — en het MACS —Museum voor Hedendaagse Kunst van de Fédération Wallonie-Bruxelles.

Het EUROPALIA-programma van Le Grand-Hornu omvat rondleidingen met een focus op het spoorwegerfgoed, een podcast over de sociale gevolgen van de installatie van de paardenspoorweg, een wandeling in het spoor daarvan en een historische conferentie rond het thema spoorwegen door auteur Erick Lecomte.